Werken aan wetenschap
Werken aan wetenschap
het labjournaal
Het labjournaal schrijf je in de eerste plaats voor jezelf. Je legt vast wat je gedaan hebt, hoe je het deed en waar je op moet letten en dergelijke, zodat je later direct begrijpt wat je gedaan hebt en je het zonodig kunt herhalen. Verder is het de basis voor je verslag.
Het spreekt vanzelf, dat het labjournaal zo volledig moet zijn, dat je later geen informatie mist. Werk daarom niet met kladjes, want die raken weg of leiden tot overschrijffouten.
Leg direct alles vast, waarvan je denkt, dat het nuttig is. Probeer verder om het labjournaal overzichtelijk te maken.
Wat moet je nu allemaal vermelden in je labjournaal? In ieder geval:
1. wat je gaat onderzoek, eventueel met wat theorie;
2. hoe je gaat onderzoeken: vermeld je werkplan met daarin de tijdsplanning en taakverdeling. Verder geef je een beschrijving van je experiment en de gebruikte meetopstelling. Gebruik hiervoor eventueel een schematische tekening.
3. gegevens van de apparatuur die je eventueel gebruikt. Wat voor type apparaat (geef evt. ook het merk) is het en wat zijn de instellingen die je hebt gebruikt.
4.de resultaten, dus eventuele tussenresultaten en het eindresultaat, liefst in tabel of grafische vorm en met commentaar. Zonodig vermeld je bij de uitwerking nog eens de formule(s), waarmee de grootheid wordt berekend uit de gemeten grootheden.
5.Welke activiteiten je elke les je hebt gedaan. Als je in een groepje werkt omschrijf je welke bijdrage jij in de les aan het onderzoek geleverd.
6.Verdere gegevens die belangrijk (kunnen) zijn, zijn bijvoorbeeld eventuele storingen of fouten. Als je denkt, dat ze misschien van belang zijn, noteer ze dan.