Zeepbellen
Zeepbellen
Werkwijze
Deelopdracht 1: Hoe ontstaat een zeepbel?
1.Onderzoek in welke verhouding water en afwasmiddel gemengd moeten worden om de meest stabiele zeepbellen te kunnen blazen.
2.Onderzoek het effect op de levensduur van zeepbellen van het toevoegen van respectievelijk ethanol, glycerol of suiker. Gebruik hiervoor de standaard zeepoplossing die je krijgt van je docent.
3.Zoek uit hoe zeepsop werkt. Hoe zien zeepmoleculen er uit? Hoe ziet een zeepvlies eruit op microniveau? Hoe komt het dat je zo goed kunt schoonmaken met zeep? Verklaar het effect van het toevoegen van ethanol, glycerol of suiker op de stabiliteit van zeepbellen.
•Maak voordat je aan je onderzoek begint van elk onderdeel een plan van aanpak en bespreek dat met je docent.
•Je maakt van punt 1 en 2 een groepsverslag van min. 3 - max. 6 kantjes A4. Verwerk je antwoorden op de vragen bij punt 3 in de inleiding en discussie/conclusie van het verslag.
•Ieder groepslid houdt een labjournaal bij. Dit journaal lever je na elke les in bij de docent.
•Kijk op de pagina ‘bronnen’ voor informatie over het plan van aanpak, labjournaal en het verslag.
Deelopdracht 2: Is een zeepbel altijd rond?
In deze opdracht ga je met behulp van draadframes onderzoeken of een zeepbel altijd rond is.
1.Voor het maken van de frames gebruik je binddraad dat je van je docent krijgt. Je maakt in ieder geval frames in de vorm van een kubus en een tetraeder. Maak daarnaast in ieder geval nog twee andere vormen om te testen.
2.Doop de frames voorzichtig 1x in het zeepsop. Wat is de vorm van de zeepstructuren die ontstaan? Maak een tekening in je labjournaal en leg uit waarom deze vormen ontstaan.
3.Doop de frames nu nog een keer in het sop. Wat voor vorm zie je nu? Maak een tekening in je labjournaal en geef een verklaring voor dit verschijnsel.
Deelopdracht 3: Hoe ontstaan de kleuren op een zeepbel?
1.Maak een zeepvlies met behulp van een vierkant draadframe.
2.Houd het zeepvlies een beetje schuin zodat je de kleuren van het vlies goed kunt zien. Wat gebeurt er met de kleuren?
3.Met welk natuurkundig verschijnsel kun je verklaren dat je zoveel kleuren kunt zien op een zeepvlies?
4.Kun je zien wanneer het zeepvlies bijna gaat knappen? Hoe verklaar je dit?
5.Kun je de volgorde van de kleuren verklaren?
Schrijf de antwoorden op deze vragen in je labjournaal. Zorg dat je ook op de juiste manier de bronnen vermeld waar je de informatie vandaan hebt gehaald.
Eindopdracht: het activiteitenblad
Je hebt bij opdracht 1,2 en 3 heel wat geleerd over zeepbellen. Nu ga je deze kennis gebruiken bij het maken van het eindprodukt, het activiteitenblad voor de opendag.
Hieronder vind je de eisen waar het activiteitenblad aan moet voldoen
-De doelgroepen zijn kinderen uit de groepen 7 en 8.
-Het blad moet een activiteit beschrijven met zeepbellen of zeepvliezen die de doelgroep zelfstandig thuis kan uitvoeren.
-Het blad bevat: (1) een stapsgewijze beschrijving van de activiteit, (2) een geschikt recept voor het zeepsop en (3) specifieke achtergrondinformatie over de activiteit en/of andere educatieve informatie over zeepbellen.
-De materialen die bij de activiteit nodig zijn moeten goedkoop en makkelijk verkrijgbaar zijn.
-Het recept voor het zeepsop moet volume- en massamaten bevatten die thuis eenvoudig afgemeten kunnen worden.
-Het blad bestaat uit 1 pagina A4, dubbelzijdig bedrukt in zwart/wit.
-Het blad heeft een aantrekkelijke vormgeving. Het blad mag evt. gevouwen zijn.
-Alle artwork moet origineel zijn.
-Het blad heeft een colofoon (namen groepsleden, opdrachtgever, doelgroep, jaar, gemaakt als science-opdracht etc.)
-Het gemaakte werk wordt eigendom van de sectie scheikunde van het HBC.